MINIPRAAT

IK: 'Je moet toch die appelsien opeten, punt uit.' ROOS: 'Het is toch punt com?'

ROOS: 'Ik drink graag Carcasonne.' (CapriSonne, bedoelt ze)
ROOS: 'Het is hier bijna even groot als in Europa!' (de opera, bedoelt ze)
ROOS: 'Als ik later groot ben en kindjes heb en mama wordt, moet ik mijn kindjes dan zelf noemen?'
ROOS: 'Dat is geen papa-dolfijn want hij heeft geen haar op zijn kin.'
ROOS: 'Waarom kijk je zo met die streepjes op je voorhoofd?' (ik frons kennelijk als ik nadenk))

ROOS: 'spiekedonker' (pikkedonker)
STIEN: 'het verloofde land' (het beloofde land) 

JANNE: 'We gaan op kacheltocht.' (fakkeltocht)
ROOS: 'Als je in de turnles op de balk stapt, moet je je vleugels aandoen.'...en ze steekt ostentatief haar armen zijwaarts uit. 
ROOS: 'Die vieze smaak in mijn mond zal weg zijn als ik een snoep gegeten heb.'
ROOS: 'Oepsie, ik heb een broer gelaten.' (lees 'boer') 
ROOS: 'Zat Janne onder jouw t-shirt als baby?' IK: 'Neen, onder mijn vel.' waarop ROOS: 'Heb jij die daar in gesneden met een mes?' 
ROOS tegen haar zus: 'Doe wat ik zeg of ik geef U een zoen.' Zusterliefde, zucht.
ROOS: 'Jij bent mijn zachte dief.' (Ze bedoelt hartendief.) 
ROOS: 'Ik wil graag nog eens in uw buik zitten.' IK: 'Dat gaat nu toch niet meer zoeteke.' ROOS: 'Vanavond dan?'
ROOS: 'Ik wil die nagels op mijn voeten.'...wijzend naar mijn rood gelakte teennagels.
ROOS: 'Kan die Roos praten?'...kijkend naar een foto van zichzelf op de laptop en denkend dat het een filmpje is.
PAPA: ' Stop daar eens mee meisjes, of het gaat eindigen in lawaai (hoor: Hawaï).' waarop
JANNE: 'Waarom niet in Haïti?' 
ROOS: 'Ik wil die spruitjes niet aandoen.' (die pruik, bedoelt ze)
ROOS: 'Dat is geen babietje. Dat is een aap.' ...een reactie op haar moeders tekenkunsten 
ROOS: 'Mijn lievelingskleur is roze.' Aaaaaarrrrrrgggghhhh 
ROOS: 'Ik heeft bloot haar, hé mama.' (blond haar, bedoelt ze)
ROOS: 'Eh Jakkes, kussen is vies.' 
ROOS: 'Waar is mijn nat haar'...2 uur nadat ze uit bad komt. 
JANNE: 'Ik neem altijd twie papiertjes op mijn poep af te kuisen.' IK: 'Je bedoelt twee'? JANNE: 'Neen, twie hoor. Kijk 'one, two, twie'. 
ROOS: Teevee kijke mama? IK: neen. ROOS: Ja? IK: neen. ROOS: Ja? IK: neen. ROOS: Ja zeggen mama? enzovoorts enzovoorts. 
JANNE: 'Als ik 4 babies heb ga ik buikspieringen doen, anders krijg ik 100 babies.' ('t kind denkt dat buikspier(ingen)(oefeningen) een vorm van anticonceptie is) 
JANNE: 'Van proberen, kan je leren.' 
JANNE: 'Bwek, ik wil geen prinsessenbonen want als ik die eet word ik een prinses en dat wil ik niet.' 
STIEN: 'Doe uw vingers uit uw mond of ge gaat moeten meubels dragen.' Beugels bedoelt ze dus hé. 
JANNE: 'Maar ik heb dat gedaan omdat ik dacht dat ze vandaag moesten gewassen worden' ...nadat ze mijn gordijnen uit het plafond heeft getrokken!
JANNE: 'Buikpijn gaat van croissanten over...mag ik die croissant opeten asjeblief?' (Janne, huilend, lust haar middagmaal niet en krijgt er buikpijn van)
JANNE: 'Ik vind jouw haar niet mooi, ik wil dat er hier en hier méér haar staat' (wijzend naar de kalende plekken van papa P die net van de kapper komt)
JANNE: 'Hoe huilen baby's in het frans?'

2 opmerkingen: